Petruskerk en Maranathakerk | Nijmegen
Van Bach houd ik het meest. Mijn verlangen om zijn muziek te verbeelden eindigt in stil zwijgen. Laat ik mij richten op een ode aan zijn werk. Laat ik mij richten op zijn offers aan de muziek. Zijn vrouw en zijn kinderen. Tien zijn er op jonge leeftijd gestorven.
Er moet een wereld bestaan hebben voor de Triosonate in D, een wereld voor de Partita in a mineur, maar hoe zag die wereld eruit? Een Europa van grote lege vertrekken zonder weerklank, overal onwetende instrumenten waar Musikalisches Opfer en Das Wohltemperierte Klavier nooit over een claviatuur waren gegaan. Eenzaam gelegen kerken waar de sopraanstem uit de Johannes-Passion zich nimmer in hulpeloze liefde slingerde rond de mildere windingen van de fluit, weidse zachtmoedige landschappen waar alleen oude houthakkers met hun bijlen te horen zijn het gezonde geluid van sterke honden in de winter en – als een slingerklok – schaatsen klauwend in glansijs; zwaluwen zwermend in de zomerlucht, schelp waar het kind aan luistert en nergens Bach, nergens Bach, schaatsstilte van de wereld voor Bach.
Lars Gustafsson